Omgevingsvisie
De omgevingsvisie gaat over de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Kampen. Daarbij kijken we vooruit tot 2050. De gemeente Kampen staat voor veel uitdagingen en opgaven. Welke ambities, kansen en uitdagingen zijn er voor de gemeente? En welke keuzes maakt de gemeente? Dit staat per thema en gebied in deze omgevingsvisie.
De ambities die in de omgevingsvisie staan, kunnen invloed hebben op de fysieke leefomgeving. In de uitgevoerde OmgevingsEffectRapportage (OER) staat welke gevolgen de ambities hebben. Deze is toegevoegd aan de omgevingsvisie.
De omgevingsvisie op hoofdlijnen
De ontwikkelingen zijn beschreven in 3 strategische ambities:
- Vitale, veerkrachtige gemeenschappen: sterke sociale infrastructuur, ontmoetingsplekken, gezonde leefstijl en behoud van cultuurhistorie.
- Ruimte voor goed wonen en een bruisende economie: betaalbare woningen, duurzame bedrijvigheid, mobiliteitshubs en innovatie.
- Waterrijke, groene leefomgeving: bodem en water leidend, klimaatadaptatie, biodiversiteit en duurzame energie.
Thema’s
Thema’s in de omgevingsvisie zijn wonen, werken, mobiliteit, gezondheid, veiligheid, duurzaamheid, water, natuur, cultuur(historie) en landbouw. Deze thema’s kunnen allemaal invloed hebben op uw leefomgeving.
Gebiedsgerichte uitwerking
In de omgevingsvisie zijn de ontwikkelingen gebiedsgericht uitgewerkt.
Stad en grote dorpen (Kampen, IJsselmuiden, Reeve)
- Woningbouw: groei van aantallen woningen tot 2050, met focus op betaalbaarheid en doorstroming.
- Reeve: nieuw dorp met dorpshart, voorzieningen en mogelijke uitbreiding richting Reeve-Noord.
- Binnenstad Kampen: versterking als cultureel en economisch hart, place to be, vergroening en autoluwe zones.
- Mobiliteit: mobiliteitshubs, betere fiets- en OV-verbindingen.
- Innovatiehubs: rond de stations voor wonen, werken en onderwijs.
Kleine dorpen (‘s-Heerenbroek, Grafhorst, Wilsum, Zalk)
- Woningbouw: kleinschalige in- en uitbreiding, passend bij dorpskarakter.
- Voorzieningen: dorpsharten met ontmoetingsplekken, basisscholen en welzijnspunten.
- Groen en gezondheid: ommetjes, vergroening, klimaatbestendige inrichting.
- Bereikbaarheid: veilige fietsroutes en OV-verbindingen naar grotere kernen.
Werklocaties (Koekoekspolder, bedrijventerreinen, blik op uitbreiding westelijke richting N50)
- Koekoekspolder: behoud glastuinbouw, aanpak bodemdaling Mastenbroekerpolder.
- Bedrijventerreinen: beter benutten, verduurzaming, circulaire economie.
- Ruimte voor groei: Spoorlanden uitbreiden en onderzoek naar ‘sprong over de N50’ in de Melmerpolder door uitbreiding Haatland en tweede haven.
- Innovatie: ruimte voor lokale bedrijven, kennisindustrie en duurzame mobiliteit.
Buitengebied en buurtschappen (Kampereiland, Hogeweg, Zuideinde, De Zande)
- Kleipolders: toekomstgerichte landbouw, waterbewust bouwen, bescherming cultuurhistorie.
- Veenpolders: aanpak veenoxidatie, duurzame landbouw.
- Rivierenlandschap: recreatie langs IJssel, bescherming N2000.
- transformatie van agrarische bebouwing, behoud ruimtelijke kwaliteit.
- Buurtschappen: focus op maatwerk, behoud van identiteit en sterke sociale infrastructuur.
- Ecologie: vergroening, biodiversiteit, ecologische verbindingen langs dijken.
De omgevingsvisie als afwegingskader voor initiatieven
De omgevingsvisie is een uitnodiging aan iedere inwoner, ondernemer en organisatie om mee te denken en de ambities samen te brengen met eigen acties en keuzes. De leefomgeving van de toekomst maken we samen.
De omgevingsvisie verduidelijkt welke thema’s meewegen in het beleid en de beslissingen. De gemeente Kampen biedt ruimte aan nieuwe ontwikkelingen en nodigt initiatiefnemers uit om met hun ruimtelijke plannen actief bij te dragen aan de gestelde doelen. Hierbij staan de kenmerken en identiteit van onze gemeente altijd voorop:
- Draagt de ontwikkeling of het initiatief bij aan de hoofdambities? Sluit het aan op de gebiedsgerichte uitwerkingen? In welke mate?
- Is er een negatieve en/of positieve impact op de kwaliteiten van de leefomgeving, zoals verwoord in de omgevingsvisie?
- Wordt het initiatief of de ontwikkeling gedragen door de directe omgeving? Wat zijn daarvoor de redenen?
