Voorkom brand, houd batterij in stand
Hoe zorgen we ervoor dat in 2050 de economie draait op herbruikbare grondstoffen? Dat was ook dit jaar weer het gesprekonderwerp tijdens de Week van de Circulaire Economie. En als het gaat om hergebruik, dan verdienen batterijen meer aandacht. Nog te vaak worden batterijen namelijk in het restafval aangetroffen. Zowel in losse vorm als in afgedankte apparaten, zoals mobiele telefoons en speelgoed.
De hoeveelheid lithium-ion batterijen (oplaadbare batterijen) in het huishoudelijk restafval in 2019 werd geschat tussen de 211 en 605 ton. Dat is het gewicht van ongeveer veertien volle betonwagens. Veertien grote wagens vol met oplaadbare batterijen die zonder pardon worden weggegooid.
Brandgevaar
Naast het feit dat deze verspilling slecht is voor de duurzaamheid van het product - de batterijen zijn juist goed te recyclen en hierdoor hoeven minder nieuwe grondstoffen gebruikt te worden - kunnen deze oplaadbare batterijen ook zorgen voor brand bij afvalverwerkingsbedrijven. De batterijen gaan tussen het afval broeien en veroorzaken uiteindelijk brand. De gemeente Kampen kan hier helaas over meepraten.
Samenwerking provincie
De provincie Overijssel en de gemeente Kampen hebben daarom samen de handschoen opgepakt om dit probleem aan te pakken. De samenwerking tussen professionals en de afval- en recyclebranche in Kampen wordt gestimuleerd door middel van rondetafelgesprekken en locatiebezoeken. Kennis van de betreffende bedrijven wordt samengebracht met die van de brandweer. Met deze aanpak wil de provincie inzetten op concrete maatregelen en verbeterpunten. Dit vraagt om extra eisen op het gebied van inzameling, preventieve maatregelen bij recycling- en afvalverwerkingsbedrijven, contacten tussen deze bedrijven en brandweer, het stimuleren van de repareerbaarheid en de verplichting om gerecycled materiaal toe te passen in nieuwe lithium-ion batterijen.
Ervaringen delen
Ben jij ook benieuwd naar de ervaringen die met de aanpak in samenwerking met de gemeente Kampen worden opgehaald? Meld je dan bij de provincie Overijssel. De provincie wil uiteindelijk in een bredere bijeenkomst de ervaringen delen met betrokkenen en geïnteresseerden.